Deelopdrachten



Deelopdracht 1 Vooronderzoek


Voor dit onderzoek hebben wij de volgende termen opgezocht en hun betekenis opgezocht

Vooronderzoek A:

Grondwater: Grondwater is al het water dat zich in de ondergrond, in bodems en gesteenten bevindt. Meestal is dit water afkomstig van neerslag, nadat het op de oppervlakte is beland infiltreert het direct of indirect. Grondwater afkomstig van neerslag wordt meteorisch water genoemd

Het Amsterdams bos ligt 5,5  NAP. Omdat het bos zo laag ligt komt het water voornamelijk uit de omgeving zoals het nieuwe meer.               

                                             

Grondsoorten: Grond is een mengsel van verweerd vast materiaal, water en lucht dat aan het aardoppervlak of daaronder voorkomt. Het niet verweerde vaste materiaal noemt men gesteente.                                                         Het grond van het Amsterdamse bos bestaat uit zavel en valt onder de kalkrijke leek-/woudeerdgronden.                                                                                                        

Zeeniveau: Het zeeniveau is de gemiddelde hoogte van de zeespiegel, als alle variaties die het gevolg zijn van de getijden worden weggemiddeld. Er zijn twee manieren om de hoogte van het zeewater te meten: het absolute zeeniveau ten opzichte van het middelpunt van de Aarde en het relatieve zeeniveau ten opzichte van de zeebodem.


Inklinking: Inklinking is het proces waarbij de grond door een veranderende stapeling van de zandkorrels kleiner van volume wordt. Dit proces begint meestal als een gebied wordt ontwaterd of als er een boven belasting op de grond wordt aangebracht. In het Amsterdamse bos zorgen verdroging en een verhoogde temperatuur voor lage grondwaterstand. Hierdoor kan de bodem inklinken.


Ontginning: Een ontginning is in cultuur gebrachte woeste grond voor agrarisch gebruik of bosbouw. Voorbeelden van ontginningen in Nederland zijn voormalige moeras-, veen-, heide- of duingebieden, kwelders en beeklanden. Bij een bosontginning wordt het bos gekapt voor de teelt van landbouwgewassen.


Drainage: Drainage is afvoer van overtollige grondwater door middel van in de grond gelegde buizen.


Plagen: Als ik plagen zeg den je gelijk aan het irriteren/pesten, dat is juist maar plagen heeft ook een andere betekenis: Groot hoeveelheid qua insecten en dieren dat in de weg staat bijv. Het Amsterdamse bos er is een plaag aan kevers die de bomen opeten.


Vooronderzoek B:

  • Klimaat verandering Amsterdamse bos

De aarde begint steeds warmer te worden. De laatste 20 jaar is de aarde het warmst geworden. Daardoor beginnen de seizoenen eerder, waardoor de leefgebieden van dieren en planten verschuiven. Hierdoor sterven en/of vertrekken ze uit hun gebied.



Vooronderzoek C:

Door de klimaat verandering veranderen de bossen in Nederland naar een slechte klimaat, sommige bommen kunnen er beter tegen dan andere. Veel parken en bossen zijn nu bezig met oplossingen te bedenken om om te kunnen gaan met ze klimaat verandering. Sommige parken hebben een waterbuffersysteem om veel neerslag te verminderen. Temperatuur verandering kan veel verandering brengen bij sommige bomen, door hoge temperaturen en droogte drogen sommige bomen uit waardoor ze doodgaan.
bomen hebben veel koolstofdioxide nodig, om te groeien. 

 


Deelopdracht 2 Veldonderzoek

Om onderzoek te doen naar het vochtigheid en grondsoorten etc, zijn we met de twee klassen naar het Amsterdamse bos gegaan. We hebben daar een wandeling gemaakt door het bos en hebben we de sparren bekeken. Tijdens onze wandeling hebben we naar de grond/aarde gekeken. Wat ons opviel in het begin van onze tocht was dat er hele groten plassen waren op het aarde. Het was er te vochtig terwijl het op andere blekken juist heel droog is. het water en regen was dus niet overal het zelfde en niet gelijk.   

Daarna hebben we gekeken naar de sparren waar we eigenlijk voor waren gekomen. Wat on opviel was dat de sparren grotendeels uitgedroogd waren. Dat waren de sparren die aan de voorkant van het terrein lagen, de sparren achter waren niet dood maar wel behoorlijk ziek door de kevers die de sparren opaten. En we zagen en merkten dat als dit door ging dat bijna alle sparren en het boos dood gaan.   

Wat ook van belang was, was de grondsoorten die waren in het bos. Dus hebben we met behulp van een paar apparaten bijvoorbeeld een grondboor naar de grondsoorten gekeken. Wat we hebben gevonden is: kalkrijke zavel en kleigronden met een 30 tot 50 cm dikke, donkere bovengrond en roestvlekken binnen een halve meter in een grijze, gereduceerde, ondergrond.

Conclusie veldonderzoek

Je kunt zien bij de afbeeldingen hier boven dat de sparren er dood en ziek uit zien, dat komt door de kevers die de sparren op eten. En als dit door zou gaan dan zouden alle sparren in het Amsterdamse bos verdwijnen. 

Wat we ook hebben onderzocht zijn de grondsoorten in het Amsterdamse bos. We hebben het onderzocht met een grondboor die we in de grond hebben gestoken. We hebben de grondsoorten: kalkrijke zavel en kleigronden met een 30-50 cm dikte, met een paar roestvlekken.

Idee (oplossing/alternatief)

De grootste problemen die we nu aangetroffen hebben zijn:

''Het klimaat lijkt te veranderen en vormt de laatste tijd een terugkerend onderwerp in het nieuws. Het aantal piekbuien zal toenemen, waardoor de kans op wateroverlast groter wordt. Ook hebben we te maken met stijgende temperaturen en het Urban heat is land effect oftewel het Hitte-eilandeffect. Dit alles heeft niet alleen invloed op de mens, maar ook op de natuur. De naald bomen in het Amsterdams Bos hebben zwaar te lijden gehad van de droogte en warmte tijdens de afgelopen twee zomers. Vooral lariksen en fijnsparren zijn verzwakt en daarmee gevoelig voor virussen, schimmels en insectenplagen.''

Na dat we van dit probleem hebben gehoord zijn we gelijk aan de slag gegaan. Ons idee moest dus de bovenstaande problemen aanpakken. Dus iets dat de bomen krachtiger maakt, de uitdroging aanpakt en de sparren verjaagd.

Dus hebben we gedacht om een medicijn te geven aan de zieke bomen. En een soort meter te zetten onder het grond die de vochtigheid te meten, en als het te droog is een signaal naar de boswachter geeft. Daarna een geluid die te hard en te sterk is voor de kevers afspelen om de kevers af te schrikken zodat ze de boom verlaten.

Dus het plan is al volgt de kevers verlaten de boom, de boom krijgt kracht en word sterker door de stoffen die we de bomen gaan geven in de hoop dat er meer bomen komen en dan een apparaat zetten onder de grond die de vochtigheid meet en stel het is te droog dat er een signaal gaat naar de boswachters en dan kunnen zij dat afhandelen. En zo voorkomen we dat het uitdroogt.


©2022 The Crosshairs / Geen drumsticks werden gebroken bij het maken van deze site.
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin